Mattenschippersrace

Mattenschippersrace vergt van deelnemers veel inzet

Elke laatste zaterdag van april wordt in de Kop van Overijssel de Mattenschippersrace gehouden. Klassieke platbodems melden zich dan in Blokzijl aan de start voor een ‘kleintje Strontrace‘, zoals de Mattenschippersrace ook wel wordt genoemd.

Zeilen, bomen en jagen zijn de enige toegestane vormen van voortbewegen. Dat stelt zware eisen aan het vakmanschap van schippers én bemanning: wie de uitdaging aandurft kan zelfs aanmonsteren als opstapper!

Route

De Mattenschippersrace is een zeilwedstrijd voor traditionele zeilende vrachtschepen. De deelnemers moeten zeilend het ‘rondje Zwartsluis’ afleggen. Vanuit Blokzijl voert de race over het Giethoornse Meer, Jonen en de Beulaker Wijde via de Blauwe Hand en Beukers naar Zwartsluis.

Daar moeten de deelnemers een speciale opdracht uitvoeren; die opdracht heeft altijd iets te maken met de oorsprong van deze race: het vervaardigen van matten.

Pas daarna mogen de deelnemers de terugtocht naar Blokzijl aanvaarden. Het parcours brengt hen via het Zwarte Water, Kadoelen en Vollenhove terug in het mooie voormalige Zuiderzeestadje. Afhankelijk van de windrichting kan de wedstrijd ook in omgekeerde richting worden gevaren.

Matten venten rond de Zuiderzee

De mattenschippers, voortgekomen uit de geslachten van mattenmakers en beurtschippers – namen in het vroege voorjaar matten aan boord om ze uit te venten in allerlei plaatsen aan de overkant van de Zuiderzee. Ieder familie had zo zijn eigen ‘mattenland’.

Hoofdsponsor

Eén van die schippers was een voorvader van Lens Nekeman, directeur van Interfloor in Zwartsluis en om deze bijzondere reden hoofdsponsor van de Mattenschippersrace.

Prijzen

De strijd om de hoofdprijs, een stevige vaarboom als wisseltrofee, is elk jaar hevig. De spanning van de race wordt nog verhoogd door het feit dat de deelnemers in een lichte en een zware klasse worden ingedeeld. De zware klasse start zeven kwartier eerder, waardoor de schepen in de lichte klasse er een ware inhaalrace van moeten maken. De praktijk leert dat de wat lichtere schepen vaak in het voordeel zijn, maar bij een gunstige, stevige wind maken ook enkele zwaardere schepen een serieuze kans.

Enkele Feiten

Blokzijlder Jacht

In de tweede helft van de 19de eeuw lagen er in de haven van Blokzijl nog meer dan zestig echte mattenschepen.

Speciaal voor dit doel was het Blokzijlder Jacht ontworpen: een fraai gelijnd scheepje van 14 meter lang, 4 meter breed en een holte van 1,75 meter. Het bruto tonnage bedroeg zo’n 32 ton, het netto tonnage 24 ton.

Dit model staat voor het zogenaamde Blokzijlder Jacht. Het is inderdaad een jacthtype en werd, de naam zegt het al, vervaardigd in en rond Blokzijl, de oostwal van de Zuiderzee. Dit schip is rijkelijk versierd. De term jacht kan evenwel verwarren, want het ging niet om een schip van grote afmetingen. De Blokzijlder verbleef voornamelijk op de Zuiderzee en werd gebruikt voor transport, maar soms ook als vissersschip.
  • ALGEMEEN: volmodel op standaard, getuigd met zeilen, reconstructie 1850;
  • SCHAAL: ca. 1:20.
  • TECHNIEK: op (weinig) spanten gebouwd.
  • OPSCHRIFTEN: “Blokzijlder jacht anno 1850” (op de standaard);
  • TUIGAGE: mast(en) met staand want:; strijkbaar bedoelde mast met mastluik, zwart in de mastkoker, zwart boven de hommer, voorstag met talreep, bb. en sb. 2 hoofdtouwen met jufferblokken, talrepen, nagelbank, puttings door de aanvaringsklamp en op het berghout (!); zeilen met rondhouten en lopend want:
  • GROOTZEIL: wit (geweest), met aangenaaide lijken en opgestikte banen, achterlijk, 3 rakbanden, gekromde gaffel met zwarte klauw, giek met zwarte uiteinden, kraanlijn, piekeval, klauwval, halstalie, schoot op overloop.
  • STAGFOK: wit, aangenaaide lijken, opgestikte banen, achterlijk, 8 leuvers, val, schoot op overloop.
  • KLUIVER: wit, met aangenaaide lijken, opgestikte banen, achterlijk, 2 schoten, val, hals op traveller, kluiverboomtopper.
  • VISGEREI:;
  • ROMP: bruin, zwart onder de waterlijn, zwart berghout, zwart potdeksel, groene den en roef, groene beretanden. Kielbalk, stevenbalken, 8 gangen, berghout, boeisel.
  • ZWAARDEN: bruin, 4 planken, koper beslag, groene kop, zwaardloper.
  • ROER:; aangehangen, 3 vingerlingen, bruin, zwart onder de waterlijn, zwart beslag, rode kop met witte krullen, groen helmhout met witte krullen, vlaggestok.
  • GRONDTAKEL: 2 stokankers met houten stok en tros, braadspil, met groene opsluitklampen, zwarte pal en rode palrand. 2 handspaken.
  • LUIKENKAP: bruine ronde luikenkap met 8 luiken op groene den.
  • VERBLIJVEN: een groene roef met naturel houten dak doorlopend van de den. Een rond raampje met een wit kruis aan sb., een groen deurtje met 2 hengsels aan de achterkant.
  • AAN/OP DEK: Op het voordek staan twee bruine watervaten met koper beslag.
  • LOSSE ONDERDELEN: 2 afgebroken roeiriemen, 1 opgeschoten tros, 3 stukken opgeschoten lijn.
  • SCHEEPSSIER: goudkleurige knop op de vlaggemast en in de masttop.
  • VLAGGEN EN WIMPELS:; door het helmhout en aan de achterkant van het roer is een zwarte vlaggestok met een goudkleurige knop bevestigd. Hieraan wappert de Nederlandse driekleur. In de masttop een witte vaan aan een wit scheerhout.
  • STANDAARD/VITRINE: zwarte bijbehorende standaard met op het liggende deel een groenplaatje met wit opschrift “Blokzijlder jacht anno 1850”. Het liggende deel heeft groene uiteinden.

 

Bron: Zuiderzeecollectie